GCSE-specificaties in de wiskunde moeten studenten in staat stellen om:
1. Vloeiende kennis, vaardigheden en begrip van wiskundige methoden en concepten ontwikkelen.
2. Verwerven, selecteren en toepassen van wiskundige technieken om problemen op te lossen.
3. Wiskundig redeneren, gevolgtrekkingen en gevolgtrekkingen maken en conclusies trekken
4. Wiskundige informatie begrijpen, interpreteren en communiceren in verschillende vormen die passen bij de informatie en context.
Studenten moeten zich ervan bewust zijn dat wiskunde kan worden gebruikt om modellen van reële situaties te ontwikkelen en dat deze modellen meer of minder effectief kunnen zijn, afhankelijk van hoe de situatie is vereenvoudigd en de veronderstellingen die zijn gemaakt. Studenten moeten ook wiskundige formules kunnen onthouden, selecteren en toepassen